Al 66 jaar crazy rock met de Crazy Rockers
Een interview met frontman Woody Brunings
Op de aankomende Kumpulan 2.0 op 6 september speelt een nogal unieke band, namelijk de oudste indorockband van Nederland: The Crazy Rockers! Woody Brunings (87) en Eddy Chatelin (81) spelen al sinds 1959 in deze fenomenale band. En straks spelen de tachtigers in Dordrecht op de Kumpulan 2.0, een gratis toegankelijk evenement voor iedereen die de Indonesische cultuur een warm hart toedraagt. Om 16.00 speelt de band bij Rebel Rebel op de Houttuinen in het historische stadscentrum. Met wereldwijde tournees, honderden optredens en zelfs een koninklijke onderscheiding achter de rug, speelt de band nog steeds alsof hun leven ervan afhangt. Enthousiast en vol energie. Het enthousiasme van de voorman maakte het een feest om met Woody in gesprek te gaan over zijn aankomende optreden en de geschiedenis van The Crazy Rockers.
- U treedt op tijdens de Dordtse Kumpulan, gemaakt door en voor Indische mensen. Wat betekent zo’n bijeenkomst/feest voor u?
“Ik vind het echt fantastisch. Het voelt als erkenning, en dat verdienen wij ook. We halen er nog zoveel plezier uit. Ik zeg dit altijd maar, ik speel liever voor 10 mensen die naar ons luisteren, dan honderd mensen die maar een beetje om zich heen kijken. We gaan ons best doen om een goede show te geven!”
- Wat is definiërend voor indorock?
“Toen de Indorock opkwam, was dit over het algemeen net iets netter dan de ruige rock-‘n’-roll van die tijd. Maar je kan Indorock eigenlijk niet over één kam scheren. Het was een genre die wij met onze emoties speelde. Per band waren de instrumenten ook heel anders. The Black Dynamites hadden saxofoon en piano, de Tielman Brothers speelden met veel gitaar. Ze noemde het pas indorock in 1975, lang na de piek. Iedereen met een lichtbruine huid werd gezien als Indo, terwijl er eigenlijk maar één Indo bij ons in de band zat, namelijk Eddy, onze zanger en gitarist. Eigenlijk heeft Indorock maar drie jaar bestaan. Daarom noem ik het altijd een korte maar dynamische periode. Toen we in 1963 vanuit Duitsland weer terug kwamen in Scheveningen luisterde men naar bands zoals The Beatles en was het tijdperk van de Indorock voorbij. Wij sloegen ook een andere weg in: we gingen naar Scandinavië waar we The Rolling Stones nadeden. De tijd van de echte Indorock lag al achter ons.”
- Wat zijn de verschillen van toen muziek spelen naar nu muziek spelen?
“Ten eerste was er geen Google. Dat maakte de teksten van liedjes onthouden heel moeilijk. Wij kochten gewoon een plaatje en speelden het dan net zo lang af totdat we het wisten hoe het moest. Elvis’s muziek was het ergste om te leren, hij zong zo binnensmonds! Dat zorgde er toen voor dat we door Amerikaanse soldaten werden verbeterd na concerten. Zo spraken wij ‘(Marie’s the name) His latest flame’ destijds uit als ‘Marie’s a lame his flatest flay’. Gelukkig kwamen er langzaamaan ook enkele rock-‘n-roll teksten te staan in de TuneyTunes, een muziekblad waarin de teksten van Amerikaanse nummers werden opgeschreven. Toch waren de meeste nummers in die muziekbladen nog van ‘de zingende zusjes’. Mensen vonden rock-’n-roll verschrikkelijk, zelfs de ouders van de Indische jongens!”
- Hoe ziet u de interesse in de indo cultuur en indo rock terugkomen in de volgende generatie Indo’s?
“Je ziet in deze generatie opeens weer een grote drang naar het Indisch zijn. In mijn tijd wilde de eerste generatie zich heel graag aanpassen en hun eigen identiteit neerleggen om als Nederlander gezien te worden. Daardoor raakte zij hun eigen identiteit een beetje kwijt. De eerste generatie heeft zoveel meegemaakt. Ik kan me de trieste blikken tijdens gesprekken over het vaderland nog herinneren. Nu komt de Indische identiteit weer helemaal terug. Terecht! Het is zo’n mooie cultuur. Indorock kan alleen nooit meer worden hoe het vroeger was. Die emotie waarmee wij toen speelden, vind je niet terug in de nieuwe generaties. Die moeten met hun eigen emoties gaan spelen en daaruit iets nieuws maken.”
- U bent 87 en treedt nog altijd op, wat is uw geheim?
“Ik improviseer veel. Dan zeggen ze weleens ‘ik herken dat hele lied niet meer’. Maar we speelden vroeger de hele avond, dan moest je wel improviseren om je niet te vervelen. Elke dag urenlang dezelfde nummers. Dan deden we wild met de gitaar in de nek of speelde één van de bandleden net een langere solo. “We hebben dat improviseren om de lange shows door te komen overgehouden uit onze tijd in Duitsland, je ziet het nog steeds terug in onze shows.”
- Wat wilt u meegeven aan de nieuwe generatie (indo)rockers?
“Speel met je eigen gevoel. Je kan nooit het gevoel van iemand anders naspelen. Je moet origineel zijn in hoe je het nummer speelt. Die emotie tijdens het spelen moet uit jezelf komen, en het publiek moet dat ook kunnen voelen. Speel ook nooit voor het geld, dan gaat al het plezier eruit!”